2020
Begin mei stroopte ik vrijwel alle sites af op zoek naar een nieuw maatje.
Mijn zoon wees me op een foto van een Roemeens herder mixje dat al in Nederland, in Didam, was: Mia.
Een angstig verlegen meisje met warme ogen.
Die ogen, daar viel ik op. Prachtige uitstraling. Wij doopte haar Yara....
Eenmaal thuis ging ze vrijwel direct achter in de tuin liggen onder de treurwilg en kroop weg of rende weg als we dichterbij kwamen.
Moesten haar vangen voor de nacht. Vreselijk vonden we dat.
Dus de volgende dag zo’n lange campinglijn gekocht met een pin in de grond. Met die lijn kregen we haar voor de nacht naar binnen.
Dachten we.............Maar de lijn knapte. En weer dat vreselijke vangen.
Gelukkig ging het daarna beter. Elke dag probeerde we haar vertrouwen te winnen.
Langzaam maar zeker kwam ze uit haar schulp.
En ze koos haar baasje. Mijn man kreeg al vrij snel contact met haar.
Ik borstelde haar elke middag om de wintervacht te verwijderen en haar te laten wennen aan aanraking.
Elke dag kwamen we een stukje verder.
Na ongeveer een maand konden we met haar aan de riem gaan lopen.
Eerst baasje.Toen vrouwtje. Daarna naar het het bos.
Ze had al snel in de gaten dat de auto haar naar t bos bracht.
En dat het daar leuk was. Toen kwam t punt dat ik haar los wilde laten.
Wat zou er gebeuren als ze ergens van schrikt.
Doodeng vond ik het. Een afgezet terrein hebben wij hier niet.
Tot mij gevraagd werd. Heeft ze een vriendje?
En ja, dat had ze. En het ging direct geweldig.
Buiten is ze een brok energie. Onverzadigbaar. Turbo Jetje.
Wat kan ze rennen. Heeft inmiddels meer vriendjes.
Mensen zijn nog steeds eng. Kinderen ook. Behalve de baasjes van haar vriendjes.
Ze staat braaf naast de andere hondjes te schooien.
Yara is inmiddels helemaal thuis.